BOEK |
|
De auteurs hebben onderzocht hoe fenomenen als beïnvloeding en manipulatie naar hun
wezen begrepen kunnen worden. Hun onderzoek richt zich vooral op het oplossen van
menselijke problemen. Deze problemen ontstaan door een foutieve aanpak van bepaalde
moeilijkheden. Er zijn drie verschillende vormen van foutieve aanpak:
- de verschrikkelijke vereenvoudiging;
- het utopiesyndroom;
- de paradoxen.
Bij de verschrikkelijke vereenvoudiging verklaart iemand een werkelijke moeilijkheid
voor onwerkelijk. De utopist houdt een onmogelijke oplossing voor mogelijk. Bij
menselijk gedrag zit de paradox in de spanning tussen voorgeschreven gedrag en
verwachte spontaniteit.
Een eerste orde verandering vindt plaats binnen het systeem in kwestie. Dit systeem
verandert zelf bij een tweede orde verandering. Bij menselijke problemen is een
verandering van de eerste orde af te raden. Zo'n verandering is vaak het op te lossen
probleem.
Oplossingen van de eerste orde zijn meestal op 'gezond verstand' gebaseerd
(bijvoorbeeld op het recept van 'meer van hetzelfde'). Oplossingen van de tweede orde
zijn vaak ongerijmd, onverwacht en strijdig met het gezonde verstand.
Bij tweede orde veranderingen worden de problemen hier en nu aangepakt. De beslissende
vraag begint derhalve met wat en niet met waarom.
Reïnterpretatie komt vooral neer op de vervanging van het emotionele kader waarin een
situatie wordt beleefd. Reïnterpretaties kunnen alleen slagen als men rekening houdt
met de hele denktrant van degene aan wie ze worden gepresenteerd.
|
|
Inleiding |
Bij de auteurs groeit na jarenlange ervaring het onbehagen over de onzekerheden van hun
methoden, de lange duur van hun behandelingen en de schamele resultaten die ze boekten.
Anderzijds zijn ze gefascineerd door het onverwachte en onverklaarbare succes van nu en
dan toegepaste 'trucs'. Al met al luidt hun vraag niet hoe beïnvloeding en manipulaties
zijn te vermijden, maar hoe deze fenomenen naar hun wezen begrepen kunnen worden.
|
|
1. Theoretische perspectieven |
Er bestaan twee soorten veranderingen: van de eerste en de tweede orde. Voorbeeld:
tijdens een nachtmerrie is een eerste orde verandering, dat je in je droom aan de
nachtmerrie probeert te ontsnappen. De oplossing ligt in dit geval bij een verandering
van de tweede orde: wakker worden.
Het systeem verandert zelf bij een tweede orde verandering. Zo'n verandering is een
metaverandering.
|
|
2. Praktische perspectieven |
Een verschil tussen eerste en tweede orde veranderingen is in de praktijk vaak
moeilijk te maken.
Elke verandering van de tweede orde wordt van buiten het systeem ingevoerd. Zo'n
verandering is niet in de begrippen van het systeem te formuleren. Dit geeft de
verandering een raadselachtig, bijna willekeurig karakter. Op de bijbehorende 'flits
van inzicht' lijken we maar heel weinig invloed te kunnen uitoefenen.
Een praktisch criterium voor de 'gezondheid' van een systeem is de mate, waarin het
regels kan invoeren om zijn eigen regels te veranderen. Toegespitst op ons leven: zien
we onszelf als marionetten in een spel met vaststaande regels, of wijzigen we de regels
naar eigen inzicht?
|
|
3. Meer van hetzelfde - ofwel: Wanneer de oplossing zelf het probleem vormt |
In veel situaties leidt meer van hetzelfde tot de gewenste situatie. Voorbeeld: hoe
kouder het buiten wordt, hoe meer je in huis gaat stoken.
Menselijke problemen hebben de neiging te verergeren, zolang je ze niet of op de
verkeerde manier probeert op te lossen. Dit gebeurt zeker als er sprake is van meer
van hetzelfde soort verkeerde oplossing. Voorbeeld: de drooglegging in de VS. De
drooglegging (oplossing) ontpopt zich als een groter kwaad dan een stabiel percentage
alcoholici. Uiteindelijk vormt de oplossing het probleem. Bij menselijke problemen is
een verandering van de eerste orde dus af te raden.
Door een foutieve aanpak wordt een moeilijkheid (stabiel percentage alcoholici)
omgezet in een probleem. De ene categorie moeilijkheden zijn ongewenste situaties die
door verstandige maatregelen (vaak eerste orde veranderingen) en zonder specialistische
kennis kunnen worden verholpen. De andere categorie moeilijkheden omvat situaties waar
niemand een oplossing voor weet en waarmee men moet leven.
Problemen zijn impasses en conflicten die door een foutieve aanpak van bepaalde
moeilijkheden worden verwekt en bestendigd. Er zijn drie verschillende vormen van
foutieve aanpak:
- de verschrikkelijke vereenvoudiging (hoofdstuk 4);
- het utopiesyndroom (hoofdstuk 5);
- de paradoxen (hoofdstuk 6).
|
|
4. De verschrikkelijke vereenvoudiging |
Bij de verschrikkelijke vereenvoudiging doe je alsof een moeilijkheid niet bestaat. Het
inzicht dat er sprake is van een moeilijkheid, wordt als blijk van krankzinnigheid of
boosaardigheid beschouwd. Een ander gevolg van de verschrikkelijke vereenvoudiging is,
dat een moeilijkheid zich compliceert tot een probleem.
De meest voorkomende reden om het bestaan van problemen te ontkennen is waarschijnlijk
de behoefte een maatschappelijk aanvaardbare façade te handhaven.
|
|
5. Het utopiesyndroom |
De utopist houdt een onmogelijke oplossing van een moeilijkheid voor mogelijk. Hiermee
is hij de antipode van de verschrikkelijke vereenvoudiger. De utopist maakt van een
moeilijkheid een probleem door zijn poging een utopische oplossing te bewerkstelligen.
Het extreme gedrag van de utopist heet het utopiesyndroom.
De utopist zoekt de oorzaak van zijn falen niet in de absurditeit van zijn premissen.
Hij zoekt het in de onvolmaaktheid van zichzelf of zijn omgeving. Oftewel: hij kiest
voor een eerste orde verandering.
|
|
6. De paradoxen |
Bij menselijk gedrag zit de paradox in de spanning tussen voorgeschreven gedrag en
verwachte spontaniteit. De paradox van het type Wees spontaan! komt voor bij
bijvoorbeeld je huiswerk moeten willen maken, in slaap vallen en seksuele reacties.
Juist bij instituten die maatschappelijke verandering tot stand willen brengen, kunnen paradoxen
ontstaan. Voorbeeld: heeft de crimineel het goede gedrag slechts tijdelijk aangeleerd, of heeft
hij zijn leven echt gebeterd? Binnen instellingen als justitie, de psychiatrie en het
beroepsonderwijs hebben toneelspelers de minste moeite met paradoxen.
In relaties willen we graag dat de ander spontaan ons zelfbeeld bevestigd. Vaak is er
in de relatie sprake van: wees jij dit voor mij, dan zal ik dat
voor jou zijn. Deze stilzwijgende 'ruilhandel' is onderhevig aan de tand des tijds.
Bij problemen voldoet een verandering van de tweede orde, oftewel geen nieuwe
ruilhandel maar de ruilhandel zelf bespreken.
|
|
7. Oplossingen van de tweede orde |
Tweede orde veranderingen richten zich op problemen scheppende pseudo-oplossingen. Dit
betekent dat de problemen hier en nu worden aangepakt. De
aanpak richt zich op een verandering in de gevolgen en niet in de oorzaken. De
beslissende vraag luidt derhalve wat en niet waarom. Het zoeken
naar oorzaken in het verleden is precies het soort 'oplossing' dat een oplossing
onmogelijk maakt.
Voorbeeld: een man lijdt aan pleinvrees. Zijn wereld wordt steeds kleiner. Hij besluit
zelfmoord te plegen door naar een nabij gelegen bergtop te rijden. Dit moet wel leiden
tot zoiets als een hartverlamming. Tot zijn verbazing komt hij levend op de bergtop
aan. Bovendien voelt hij zich sinds jaren vrij van angst. Zijn probleem komt dus tot
een oplossing als hij zijn oorspronkelijke 'oplossing' loslaat en zich niet meer in
zijn kleine wereldje opsluit.
|
|
8. De subtiele kunst van de reïnterpretatie |
Reïnterpretatie komt vooral neer op de vervanging van het emotionele kader waarin een
situatie wordt beleefd. Voorbeeld: een glas is halfvol of halfleeg. Epictetus zei al:
'niet de dingen zelf verontrusten ons, maar de meningen die we over dingen hebben'.
Mensen die afwijkende classificaties over de 'werkelijkheid' aannemen, worden in
extreme gevallen als kwaadaardig of krankzinnig beschouwd. Als iemand eenmaal inziet
dat andere classificaties mogelijk zijn, is de kans kleiner dat hij terugvalt in de
angst van een vroegere kijk op de wereld.
Een opzettelijk opgewekte verbijstering is een effectief middel om een reïnterpretatie
in te leiden.
Reïnterpretaties kunnen alleen slagen als men rekening houdt met de hele denktrant van
degene aan wie ze worden gepresenteerd.
|
|
9. De praxis van het veranderingsproces |
De aanpak van een probleem kent vier fasen:
1. omschrijven van het probleem;
2. inventariseren hoe tot nu toe naar een oplossing is gestreefd;
3. omschrijven van het doel van de behandeling;
4. formuleren en uitvoeren van het plan om het doel te bereiken.
Bij de derde fase is het raadzaam het doel concreet en haalbaar te omschrijven. Ook is
het zinvol de behandelingsperiode aan een tijdslimiet te binden.
Bij de vierde fase blijkt dat paradoxen een even belangrijke rol spelen bij het
oplossen als bij het ontstaan van problemen. Dit is te vergelijken met het
voorschrijven van het symptoom.
|
|
10. Voorbeelden. |
Zie boek.
|
|
11. Perspectief |
De gepresenteerde opvattingen over bestendigheid en verandering zijn ook toepasselijk
op grotere maatschappelijke verbanden. Gezien het complexere gehalte van grotere
systemen valt vooral succes te behalen met het stapsgewijs voortschrijden naar kleine,
concrete doeleinden. Dit in tegenstelling tot het bereiken van kolossale, vage idealen.
|
|