Samenvatting Het kan anders

Een boek van Paul Watzlawick, John Weakland en Richard Fisch over de aard van veranderingen. Fascinerend hoor, die tweede orde veranderingen. In de onderstaande samenvatting noem ik slechts enkele van de vele voorbeelden die in het boek staan. Detail: dit dunne boekje kost ruim 30 euro...

Inmiddels heb ik ook het boek "Geweldloze communicatie" van Marshall Rosenberg gelezen. Ik kies voor zijn aanpak, als ik een probleem ervaar met een concrete gesprekspartner.
De meerwaarde van "Het kan anders" ligt voor mij in het inzichtelijk maken van valkuilen bij veranderingen. Jammer dat de auteurs weinig aandacht schenken aan de rol van onze gevoelens en behoeften in de omgang met anderen. Zij richten zich vooral op mogelijke strategieën teneinde een probleem op te lossen. Daar vind ik ze erg creatief in.

Je kunt kiezen uit twee soorten samenvattingen: op boek- en hoofdstukniveau. Als je browser java-scripts accepteert, zie je rechtsonder een navigatie-menu in beeld.

Reageer op deze pagina


BOEK
 
De auteurs hebben onderzocht hoe fenomenen als beïnvloeding en manipulatie naar hun wezen begrepen kunnen worden. Hun onderzoek richt zich vooral op het oplossen van menselijke problemen. Deze problemen ontstaan door een foutieve aanpak van bepaalde moeilijkheden. Er zijn drie verschillende vormen van foutieve aanpak:
- de verschrikkelijke vereenvoudiging;
- het utopiesyndroom;
- de paradoxen.

Bij de verschrikkelijke vereenvoudiging verklaart iemand een werkelijke moeilijkheid voor onwerkelijk. De utopist houdt een onmogelijke oplossing voor mogelijk. Bij menselijk gedrag zit de paradox in de spanning tussen voorgeschreven gedrag en verwachte spontaniteit.

Een eerste orde verandering vindt plaats binnen het systeem in kwestie. Dit systeem verandert zelf bij een tweede orde verandering. Bij menselijke problemen is een verandering van de eerste orde af te raden. Zo'n verandering is vaak het op te lossen probleem.

Oplossingen van de eerste orde zijn meestal op 'gezond verstand' gebaseerd (bijvoorbeeld op het recept van 'meer van hetzelfde'). Oplossingen van de tweede orde zijn vaak ongerijmd, onverwacht en strijdig met het gezonde verstand.

Bij tweede orde veranderingen worden de problemen hier en nu aangepakt. De beslissende vraag begint derhalve met wat en niet met waarom.

Reïnterpretatie komt vooral neer op de vervanging van het emotionele kader waarin een situatie wordt beleefd. Reïnterpretaties kunnen alleen slagen als men rekening houdt met de hele denktrant van degene aan wie ze worden gepresenteerd.
 
Inleiding 
Bij de auteurs groeit na jarenlange ervaring het onbehagen over de onzekerheden van hun methoden, de lange duur van hun behandelingen en de schamele resultaten die ze boekten. Anderzijds zijn ze gefascineerd door het onverwachte en onverklaarbare succes van nu en dan toegepaste 'trucs'. Al met al luidt hun vraag niet hoe beïnvloeding en manipulaties zijn te vermijden, maar hoe deze fenomenen naar hun wezen begrepen kunnen worden.
 
1. Theoretische perspectieven 
Er bestaan twee soorten veranderingen: van de eerste en de tweede orde. Voorbeeld: tijdens een nachtmerrie is een eerste orde verandering, dat je in je droom aan de nachtmerrie probeert te ontsnappen. De oplossing ligt in dit geval bij een verandering van de tweede orde: wakker worden.

Het systeem verandert zelf bij een tweede orde verandering. Zo'n verandering is een metaverandering.
 
2. Praktische perspectieven 
Een verschil tussen eerste en tweede orde veranderingen is in de praktijk vaak moeilijk te maken.

Elke verandering van de tweede orde wordt van buiten het systeem ingevoerd. Zo'n verandering is niet in de begrippen van het systeem te formuleren. Dit geeft de verandering een raadselachtig, bijna willekeurig karakter. Op de bijbehorende 'flits van inzicht' lijken we maar heel weinig invloed te kunnen uitoefenen.

Een praktisch criterium voor de 'gezondheid' van een systeem is de mate, waarin het regels kan invoeren om zijn eigen regels te veranderen. Toegespitst op ons leven: zien we onszelf als marionetten in een spel met vaststaande regels, of wijzigen we de regels naar eigen inzicht?
 
3. Meer van hetzelfde - ofwel: Wanneer de oplossing zelf het probleem vormt
In veel situaties leidt meer van hetzelfde tot de gewenste situatie. Voorbeeld: hoe kouder het buiten wordt, hoe meer je in huis gaat stoken.

Menselijke problemen hebben de neiging te verergeren, zolang je ze niet of op de verkeerde manier probeert op te lossen. Dit gebeurt zeker als er sprake is van meer van hetzelfde soort verkeerde oplossing. Voorbeeld: de drooglegging in de VS. De drooglegging (oplossing) ontpopt zich als een groter kwaad dan een stabiel percentage alcoholici. Uiteindelijk vormt de oplossing het probleem. Bij menselijke problemen is een verandering van de eerste orde dus af te raden.

Door een foutieve aanpak wordt een moeilijkheid (stabiel percentage alcoholici) omgezet in een probleem. De ene categorie moeilijkheden zijn ongewenste situaties die door verstandige maatregelen (vaak eerste orde veranderingen) en zonder specialistische kennis kunnen worden verholpen. De andere categorie moeilijkheden omvat situaties waar niemand een oplossing voor weet en waarmee men moet leven.

Problemen zijn impasses en conflicten die door een foutieve aanpak van bepaalde moeilijkheden worden verwekt en bestendigd. Er zijn drie verschillende vormen van foutieve aanpak:
- de verschrikkelijke vereenvoudiging (hoofdstuk 4);
- het utopiesyndroom (hoofdstuk 5);
- de paradoxen (hoofdstuk 6).
 
4. De verschrikkelijke vereenvoudiging 
Bij de verschrikkelijke vereenvoudiging doe je alsof een moeilijkheid niet bestaat. Het inzicht dat er sprake is van een moeilijkheid, wordt als blijk van krankzinnigheid of boosaardigheid beschouwd. Een ander gevolg van de verschrikkelijke vereenvoudiging is, dat een moeilijkheid zich compliceert tot een probleem.

De meest voorkomende reden om het bestaan van problemen te ontkennen is waarschijnlijk de behoefte een maatschappelijk aanvaardbare façade te handhaven.
 
5. Het utopiesyndroom 
De utopist houdt een onmogelijke oplossing van een moeilijkheid voor mogelijk. Hiermee is hij de antipode van de verschrikkelijke vereenvoudiger. De utopist maakt van een moeilijkheid een probleem door zijn poging een utopische oplossing te bewerkstelligen. Het extreme gedrag van de utopist heet het utopiesyndroom.

De utopist zoekt de oorzaak van zijn falen niet in de absurditeit van zijn premissen. Hij zoekt het in de onvolmaaktheid van zichzelf of zijn omgeving. Oftewel: hij kiest voor een eerste orde verandering.
 
6. De paradoxen 
Bij menselijk gedrag zit de paradox in de spanning tussen voorgeschreven gedrag en verwachte spontaniteit. De paradox van het type Wees spontaan!  komt voor bij bijvoorbeeld je huiswerk moeten willen maken, in slaap vallen en seksuele reacties.

Juist bij instituten die maatschappelijke verandering tot stand willen brengen, kunnen paradoxen ontstaan. Voorbeeld: heeft de crimineel het goede gedrag slechts tijdelijk aangeleerd, of heeft hij zijn leven echt gebeterd? Binnen instellingen als justitie, de psychiatrie en het beroepsonderwijs hebben toneelspelers de minste moeite met paradoxen.

In relaties willen we graag dat de ander spontaan ons zelfbeeld bevestigd. Vaak is er in de relatie sprake van: wees jij dit  voor mij, dan zal ik dat  voor jou zijn. Deze stilzwijgende 'ruilhandel' is onderhevig aan de tand des tijds. Bij problemen voldoet een verandering van de tweede orde, oftewel geen nieuwe ruilhandel maar de ruilhandel zelf bespreken.
 
7. Oplossingen van de tweede orde 
Tweede orde veranderingen richten zich op problemen scheppende pseudo-oplossingen. Dit betekent dat de problemen hier  en nu  worden aangepakt. De aanpak richt zich op een verandering in de gevolgen en niet in de oorzaken. De beslissende vraag luidt derhalve wat  en niet waarom. Het zoeken naar oorzaken in het verleden is precies het soort 'oplossing' dat een oplossing onmogelijk maakt.

Voorbeeld: een man lijdt aan pleinvrees. Zijn wereld wordt steeds kleiner. Hij besluit zelfmoord te plegen door naar een nabij gelegen bergtop te rijden. Dit moet wel leiden tot zoiets als een hartverlamming. Tot zijn verbazing komt hij levend op de bergtop aan. Bovendien voelt hij zich sinds jaren vrij van angst. Zijn probleem komt dus tot een oplossing als hij zijn oorspronkelijke 'oplossing' loslaat en zich niet meer in zijn kleine wereldje opsluit.
 
8. De subtiele kunst van de reïnterpretatie 
Reïnterpretatie komt vooral neer op de vervanging van het emotionele kader waarin een situatie wordt beleefd. Voorbeeld: een glas is halfvol of halfleeg. Epictetus zei al: 'niet de dingen zelf verontrusten ons, maar de meningen die we over dingen hebben'.

Mensen die afwijkende classificaties over de 'werkelijkheid' aannemen, worden in extreme gevallen als kwaadaardig of krankzinnig beschouwd. Als iemand eenmaal inziet dat andere classificaties mogelijk zijn, is de kans kleiner dat hij terugvalt in de angst van een vroegere kijk op de wereld.

Een opzettelijk opgewekte verbijstering is een effectief middel om een reïnterpretatie in te leiden.

Reïnterpretaties kunnen alleen slagen als men rekening houdt met de hele denktrant van degene aan wie ze worden gepresenteerd.
 
9. De praxis van het veranderingsproces 
De aanpak van een probleem kent vier fasen:
1. omschrijven van het probleem;
2. inventariseren hoe tot nu toe naar een oplossing is gestreefd;
3. omschrijven van het doel van de behandeling;
4. formuleren en uitvoeren van het plan om het doel te bereiken.

Bij de derde fase is het raadzaam het doel concreet en haalbaar te omschrijven. Ook is het zinvol de behandelingsperiode aan een tijdslimiet te binden.

Bij de vierde fase blijkt dat paradoxen een even belangrijke rol spelen bij het oplossen als bij het ontstaan van problemen. Dit is te vergelijken met het voorschrijven van het symptoom.
 
10. Voorbeelden. 
Zie boek.
 
11. Perspectief 
De gepresenteerde opvattingen over bestendigheid en verandering zijn ook toepasselijk op grotere maatschappelijke verbanden. Gezien het complexere gehalte van grotere systemen valt vooral succes te behalen met het stapsgewijs voortschrijden naar kleine, concrete doeleinden. Dit in tegenstelling tot het bereiken van kolossale, vage idealen.